Klinken kunstmatige intelligentie, robots en the internet of things als een ver-van-uw-werk-show? Hoe zit dat met Google Maps, incontinentiesensoren en slimme medicijndispensers? Of een elektronisch cliëntdossier, persoonsalarmering en e-mail? Technologische toepassingen maken het werken, communiceren en samenwerken in de zorg makkelijker. Althans, in potentie. Of dat lukt hangt vooral af van de digitale vaardigheden en houding van professionals.
Om antwoord te vinden op de vraag hoe professionals digitale vaardigheden ontwikkelen en hoe zorgaanbieders dat kunnen faciliteren, is het practoraat Tech@doptie samen met Digivaardig in de Zorg en onder aanvoering van Vilans hier een onderzoek naar gestart dat projectleiders van digitale projecten helpt om te kiezen voor slim maatwerk.
Aanbod versus behoeften
Uit dit onderzoek is gebleken dat er vaak nog een mismatch is tussen een standaard aanbod (bijvoorbeeld een e-learning) versus verschillende wensen en behoeftes van zorgprofessionals om digitale middelen te gebruiken. Dit onderzoek geeft verdiepende inzichten én handvatten om dat nog slimmer te doen. Aangevuld met inspirerende voorbeelden van zorgorganisaties uit het hele land.
‘We moeten allemaal basisvaardig zijn’
Niet elke functionaris hoeft over dezelfde digitale vaardigheid te beschikken. Niet elke zorgprofessional hoeft met big data te kunnen werken, en iemand van kantoor hoeft niet alle toepassingen van het ECD te kennen. Ook dit onderzoek laat zien dat de digitale starter niet leert van een aparte knoppencursus. Dat levert alleen maar stress op. Zij geven duidelijk aan meer te hebben aan iemand die hen helpt op de werkplek zelf.
Geen ‘one size fits all’
Practor Zorg & Technologie, Sjors Groeneveld, zag tijdens het spelen van hun Tech@doptie spel een grote diversiteit aan digivaardigheden bij de meer dan 250 zorgmedewerkers die eraan meededen. ‘Als zorgaanbieders geen oog hebben voor verschil in digivaardigheid bij hun personeel dan belemmert dit de adoptie van zorgtechnologie.’ Uit het onderzoek wordt duidelijk dat de onderliggende motieven om te werken aan betere digitale vaardigheden te divers zijn voor een ‘one size fits all’-benadering. Een voorbeeld: iemand die weerstand ervaart om met technologie te werken omdat hij eigenlijk angstig is dat daarmee zijn baan verdwijnt vraagt om een compleet andere aanpak dan de medewerker die geprikkeld wil worden om met de nieuwe mogelijkheden de beste zorg te leveren. Groeneveld is daarom erg blij met de resultaten van het onderzoek. ‘Met het ontwikkelen van de diverse persona’s krijgen zorgorganisaties nu handvaten om rekening te houden met deze diversiteit.’